Maatregelen op het gebied van Inkomen
Versobering WW wordt afgezwakt
In het Regeerakkoord was een behoorlijke versobering van de WW aangekondigd. Die plannen worden afgezwakt en zien er nu als volgt uit:
- De maximale WW-duur gaat van 38 naar 24 maanden. Dat gaat via een korting van 1 maand per kwartaal, in de periode van 1 januari 2016 tot 1 juli 2019.
- De opbouw van de WW wordt: 1 maand per dienstjaar in de eerste 10 arbeidsjaren en ½ maand per dienstjaar in de jaren daarna. Elk jaar arbeidsverleden dat vóór 2016 is opgebouwd, geeft recht op één maand WW.
- Al na 6 maanden, in plaats van 12, wordt alle arbeid als passend aangemerkt.
- De uitkering van de WW blijft loongerelateerd.
- De WW-premies gaan structureel omhoog en worden in de toekomst 50/50 betaald door werkgevers en werknemers.
- Sociale partners kunnen op cao-niveau een aanvulling van 14 maanden WW introduceren.
WGA: nog veel onduidelijk
In het sociaal akkoord lezen we over de WGA het volgende.
- De financiering van de WGA geschiedt door werkgevers via een kostendekkende premie. Daarmee wordt bedoeld dat de kosten voor uitkeringen, uitvoering en re-integratie en preventie allemaal vanuit die premie gedekt moeten worden. Dit kan leiden tot een hogere WGA-premie.
- Het verhalen van WGA-premie op de werknemer, wat nu nog geschiedt via het netto loon, vindt voortaan plaats via het brutoloon of wordt helemaal afgeschaft. Hiervoor moeten wel eerst de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet uniformering loonbegrip worden aangepast. Het kabinet heeft dat nog niet toegezegd.
- Sociale partners zullen maatregelen nemen die ervoor zorgen dat minder mensen een beroep hoeven te doen op een WIA-uitkering, via versterking van de preventie en re-integratie voor vangnetters en de groep WGA 80-100. Die maatregelen moeten uiterlijk per 2015 worden ingevoerd. Er wordt hiervoor 150 miljoen euro ingeboekt.
In het sociaal akkoord wordt niet aangegeven of de aanpassingen in de WW ook doorwerken naar de WGA. Nu nog is de loongerelateerde uitkering in de WGA gebaseerd op de duur van de WW-uitkering en de daarbij geldende arbeidsverledeneis. Als de aanpassingen in de WW ook gaan doorwerken naar de loongerelateerde uitkering wordt de maximale uitkeringsduur daarvan korter. De vraag blijft dan wel of in de cao afgesproken verlengingen van de WW-duur ook gaan doorwerken in de loongerelateerde uitkering. Is dat het geval dan zou de duur van de loongerelateerde uitkering in de WGA per sector kunnen gaan verschillen. Verder zal de verzwaring van de arbeidsverledeneis leiden tot minder en kortere loongerelateerde uitkeringen.Naar verwachting nemen hierdoor per saldo de lasten af voor eigenrisicodragers en WGA-eigenrisicoverzekeringen; de lasten voor WGA-gatverzekeringen zullen echter stijgen, omdat gedeeltelijk arbeidsongeschikten vaker en sneller met het WGA-gat te maken zullen krijgen. De nieuwe WW-regeling wordt nu verder uitgewerkt, inclusief de consequenties voor de WGA. Zodra hierover meer duidelijkheid komt, zullen wij van Quorim u hierover informeren.
Kleine aanpassing in de Modernisering Ziektewet
De plannen voor modernisering van de Ziektewet gaan door.
- Dit betekent dat definitief vanaf 2014 premiedifferentiatie binnen de Ziektewet wordt ingevoerd.
- Daarnaast komt er een aparte WGA-premie voor de flexwerkers die in de WGA zijn gekomen.
- De enige wijziging die uit het sociaal akkoord voortvloeit, is dat de arbeidsverledeneis voor flexwerkers niet wordt ingevoerd. Dit betekent dat werknemers met een flexibel arbeidscontract tijdens ziekte een uitkering hebben die in hoogte vergelijkbaar is met werknemers met een vast contract.
- Deze maatregel heeft gevolgen voor de kosten van eigenrisicodragen in de Ziektewet. Het leidt mogelijk ook tot een hogere instroom in de WGA van flexwerkers en daarmee tot een stijging van de kosten voor het toekomstige WGA-flexrisico. Om die hogere instroom te voorkomen, gaan sociale partners re-integratiepilots opzetten met innovatieve werkwijzen.
Bedrijven moeten zich goed oriënteren op de risico’s van vast personeel en flexpersoneel. Het is van groot belang is dat u de flexmedewerkers die ziek uit dienst zijn gegaan goed registreert!
De positie van mensen met tijdelijke contracten wordt versterkt
Op 1 januari 2015 worden onderstaande maatregelen met betrekking tot de ‘flexibele schil’ van kracht:
- Bij arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd die elkaar binnen een periode van 6 maanden opvolgen, ontstaat bij het 4e contract of na 2 jaar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
- In de CAO kan hiervan alleen nog worden afgeweken als het werken met tijdelijke contracten vanwege de aard van het werk noodzakelijk is. Maar dan mag het aantal contracten ten hoogste 6 zijn in een periode van 4 jaar.
- In de Zorg komt een verbod op nulurencontracten.
- In tijdelijke contracten met een duur van 6 maanden of minder kan geen proeftijd worden overeengekomen.
- In tijdelijke contracten kan geen concurrentiebeding worden opgenomen, behalve in het geval van bijzondere omstandigheden. Deze maatregelen hebben uiteraard invloed op de risico’s die een bedrijf loopt, zowel bij ziekteverzuim als bij arbeidsongeschiktheid. Omdat medewerkers eerder in aanmerking komen voor een vast contract zal ook eerder de loondoorbetalingsverplichting ontstaan.
Offerte aanvraag verzuimverzekering: vraag hier uw offerte verzuimverzekering aan
(gepubliceerd op 1 mei 2013)