Adviseur draait op voor onderverzekering
01-03-2012De Rechtbank Amsterdam oordeelde dat de adviseur zijn zorgplicht heeft geschonden.
Het pand aan de Prinsengracht kwam in 2002 in de portefeuille van de adviseur terecht, nadat de verzekeringen werden overgenomen van een andere adviseur. Bij die overname is niet gecontroleerd of de door deze adviseur in 2000 vastgestelde verzekerde som nog voldeed. Het verweer van de nieuwe adviseur dat de verzekerde som ook al ten tijde van de intermediairwijziging te laag was, maakte geen indruk op de rechtbank, omdat een assurantie adviseur een eigen zorgplicht heeft om de verzekerde som te controleren.
De assurantie adviseur voerde verder aan dat de eigenaren van het grachtenpand er zelf voor hebben gekozen om de verzekering ongewijzigd te laten, ook toen het kantoor hen wees op het risico van onderverzekering. Ten tijde van de overname in 2002 zou een medewerker van het assurantiekantoor bij de nieuwe klanten op bezoek zijn gegaan en op dat risico hebben gewezen. Volgens de rechtbank had het voor de hand gelegen als hiervan aanvullend schriftelijk bewijs voorhanden zou zijn geweest.
De rechtbank veronderstelt dat het in de bedrijfsvoering van assurantie adviseurs gebruikelijk, zo niet verplicht is, dat alles wat met klanten wordt besproken schriftelijk wordt vastgelegd, zeker als er een risico op onderverzekering bestaat. Uit de afgelegde verklaringen van (oud)personeelsleden van de nieuwe en oude assurantie adviseur valt onvoldoende op te maken dat men heeft gewezen op het risico van onderverzekering.
De rechtbank heeft de nieuwe adviseur veroordeeld tot vergoeding van vrijwel alle niet gedekte herstel-en opruimingskosten (bijna acht ton). Inclusief de wettelijke rente en kosten loopt dat op tot bijna € 1 mln.
(bron: Assurantiemagazine)