AOW- en pensioenrichtleeftijd omhoog
29-10-2012In het deelakkoord dat VVD en PvdA begin deze maand hebben gesloten, gaat de AOW-leeftijd nog sneller omhoog. In 2013, 2014 en 2015 stijgt de AOW-leeftijd - zoals gepland - ieder jaar met 1 maand. Daarna gaat de AOW-leeftijd in 2016, 2017 en 2018 ieder jaar met 3 maanden omhoog. Daardoor komt de AOW-leeftijd al in 2018 (in plaats van 2019) op 66 jaar te liggen. In 2019, 2020 en 2021 stijgt de AOW-leeftijd jaarlijks met 4 maanden en deze komt daardoor in 2021 (in plaats van 2023) uit op 67 jaar.
De fiscale pensioenrichtleeftijd gaat op 1 januari 2014 naar 67 jaar. Voor eindloon wordt de maximale jaarlijkse opbouw verlaagd van 2% naar 1,9% en voor middelloon van 2,25% naar 2,15%. Voor beschikbare premieregelingen zijn nieuwe staffels gepubliceerd, die uitgaan van deze lagere opbouw en de hogere pensioenrichtleeftijd.
Naast de inperking van de pensioenopbouw worden ook de lijfrenteaftrek en de oudedagsreserve beperkt. In de formule voor de jaarruimte wordt het percentage van 17% verlaagd naar 15,5%. Daarnaast moet de pensioenaangroei (factor A) vermenigvuldigd worden met 7,2 in plaats van 7,5. De jaarlijkse toevoeging aan de oudedagsreserve wordt verlaagd van 12% naar 10,9%.
Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer zijn twee moties aangenomen. Nu de AOW-leeftijd gaat verschuiven, kan het wenselijk zijn om de pensioengerechtigde leeftijd ook te verschuiven. Op dit moment is dat fiscaal gezien alleen mogelijk als er wordt doorgewerkt. Daarom heeft de Eerste Kamer de regering verzocht om het doorwerkvereiste voor deze situatie te laten vervallen. Ook heeft de Eerste Kamer de regering verzocht te bevorderen om per 2014 een arbeidsovereenkomst van rechtswege te laten eindigen op de pensioenrichtleeftijd van 67 jaar. Dat zou de werknemer het recht geven om na de AOW-leeftijd door te werken tot 67 jaar.
Neem voor meer informatie contact op met Xavier Crince Le Roy: x.crince.le.roy@acuraservices.nl