AOW gaat veranderen
01-10-2009Sociale partners en onafhankelijke Kroonleden konden het niet eens worden over een alternatief voor verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar.
In een verklaring legde VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes de schuld van het mislukte overleg bij de vakbonden. „Wij hebben alles uit de kast gehaald, maar de vakbeweging wil de AOW op de huidige leeftijd en het oude niveau in stand houden. Dat kan niet, daarmee los je het probleem van de vergrijzing niet op.” De vakbonden wilden niet bewegen, volgens Wientjes. „Ik geloof in de polder, maar je moet op een gegeven moment ook je knopen tellen.” Met het opstappen van de werkgevers, slechts een paar uur voor het aflopen van de deadline om twaalf uur vanavond, is het SER-overleg definitief mislukt. De afgelopen dagen werd steeds duidelijker dat de werkgevers en de werknemers het niet eens zouden worden over dat alternatief. De vakcentrales wilden een flexibele AOW, waarbij mensen zelf kunnen kiezen of ze op hun 65e of 67e stoppen met werken. Wie met 65 stopt, krijgt een „fatsoenlijke AOW”, wie later stopt, krijgt meer. De werkgevers voelden hier niets voor, omdat het plan van de vakbonden in hun ogen niet genoeg geld oplevert. Zij willen dat de AOW-leeftijd in 2025 in één keer wordt verhoogd naar 67. Het mislukken van het SER-overleg betekent dat het kabinet het plan om de AOW-leeftijd naar 67 te brengen doorvoert. (bron: NRC)
De AOW is een volksverzekering (Algemene Ouderdoms Wet): wie van zijn
15de tot 65ste in Nederland heeft gewoond, heeft een volledig AOW-recht
opgebouwd. Of iemand heeft gewerkt, doet er niet toe. De AOW wordt opgebracht
door degenen die nu werken. Naast een AOW-uitkering ontvangen de meeste
ouderen ook een pensioen. Daarvoor hebben ze zelf gespaard, meestal verplicht,
via een pensioenfonds of verzekeraar waarbij hun werkgever is aangesloten.
De meeste mensen stoppen met werken voor hun 65ste en krijgen dan vut of
prepensioen. Het kabinet heeft in maart besloten de AOW-leeftijd te verhogen
van 65 naar 67 jaar. Met name de FNV verzet zich hier heftig tegen. Om
de sociale partners tegemoet te komen gaf het kabinet de Sociaal-Economische
Raad (SER) de gelegenheid om voor 1 oktober met een alternatief te komen
dat voor de overheidsfinanciën net zoveel geld oplevert als verhoging van
de AOW-leeftijd: op den duur 4 miljard euro per jaar. In de SER zitten
vertegenwoordigers van vakbonden en werkgeversorganisaties, en onafhankelijke
Kroonleden.
De enorme groei van het aantal 65-plussers levert een forse stijging van
de AOW- kosten op. De beroepsbevolking zal de komende 30 jaar met een miljoen
mensen dalen. De kredietcrisis maakt een aanpak van dit probleem nog noodzakelijker.