Belastingen in 2020
01-10-2019De tariefschijven in de inkomstenbelasting worden aangepast. Er zou tot 2021 toegewerkt worden naar een tweeschijvenstelsel. Dit wordt echter naar voren gehaald, waardoor hier volgend jaar al sprake van is. Voor AOW-gerechtigden gelden nog wel drie tarieven. We beperken ons in dit artikel op de wijzigingen in 2020 ten opzichte van 2019 voor mensen die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt. Het tarief in de eerste schijf gaat iets omhoog, maar gaat in de volgende schijven iets omlaag.
Algemene heffingskorting
Een ander belangrijk onderdeel van de inkomstenbelasting, is het
systeem van de heffingskortingen. Er zijn vele verschillende heffingskortingen.
De maximale algemene heffingskorting wordt verhoogd van € 2.477 naar €
2.711, en de afbouw van deze heffingskorting (voor inkomens boven de €
20.384) gaat sneller dan in 2019.
Arbeidskorting
De maximale arbeidskorting gaat omhoog van € 3.399 naar € 3.819.
De arbeidskorting neemt met 6% af boven een inkomen van € 34.989 (2019:
€ 34.060).
Inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK)
De IACK is een extra belastingkorting voor werkenden met een kind
onder de 12 jaar. Als de belastingplichtige een partner heeft, geldt de
IACK alleen voor de minstverdienende partner. De IACK begint op € 0 en
neemt toe met 11,45% van het inkomen, voor zover dat hoger is dan € 5.072
(2019: € 4.993). De IACK is nooit hoger dan € 2.881 (2019: € 2.835).
Zelfstandigen
Voor zelfstandigen zijn de belastingplannen minder positief. Een
zelfstandige heeft in 2019 nog een zelfstandigenaftrek van € 7.280. Dit
bedrag komt standaard in mindering op de bruto winst uit onderneming en
is dus onbelast. Het is dus geen ‘heffingskorting’, zoals de hierboven
genoemde kortingen.Deze zelfstandigenaftrek wordt vanaf 2020 jaarlijks
verlaagd met € 250. In 2028 volgt een laatste verlaging van € 280 tot een
bedrag van € 5.000.
De winst uit onderneming (WUO) na aftrek van de zelfstandigenaftrek wordt hierdoor hoger. Dat betekent dat ook de MKB-winstvrijstelling hoger wordt. Die is immers 14% x (bruto WUO -/- zelfstandigenaftrek). Toch mag dat de zelfstandige die meer dan € 68.507 verdient niet baten: voor de MKB-winstvrijstelling en zelfstandigenaftrek geldt dat deze vanaf 2020 maximaal tegen het tarief van 46% aftrekbaar zijn. Wel gaat de belasting op WUO in de hoogste schijf zelf omlaag.
De aftrekposten van zelfstandigen werden in het Belastingplan 2019 al versoberd. De beperking van het aftrektarief zal doorgezet worden tot het basistarief van 37,1% bereikt wordt (zoals nu voorzien). Daar komt deze verlaging van de zelfstandigenaftrek in het Belastingplan 2020 dus bij.
Volgens de Nibudberekeningen zullen zelfstandigen met een WUO van € 65.000 er in 2020 en 2021 nog wel iets op vooruitgaan, maar alleen als ze hun tarieven verhogen met 2,5%. Zonder verhoging van de tarieven, gaan zelfstandigen er tot 2028 niet op vooruit in koopkracht, tenzij hun winst zo laag is, dat ze in aanmerking komen voor allerlei toeslagen.
Minder ‘armoedeval’ – lagere marginale belastingdruk
De marginale belastingdruk is de extra belasting die betaald moet
worden over elke euro inkomensverhoging, uitgedrukt in een percentage.
De marginale belastingdruk rekent dus omgekeerd uit hoeveel iemand overhoudt
wanneer hij bruto € 1.000 meer gaat verdienen. In 2019 is het nog zo dat
het marginale belastingtarief kan oplopen tot maximaal 152%. Een éénverdiener
met een bruto jaarloon van € 32.000, met kinderen en wonend in een huurwoning,
die een bruto loonsverhoging krijgt van € 1.000, gaat er € 1.520 op achteruit
aan netto besteedbaar inkomen. Door de voorgenomen aanpassingen in de inkomstenbelasting,
de heffingskortingen en de toeslagen, neemt de marginale belastingdruk
af. Die is overigens voor bepaalde inkomens nog steeds boven de 80%. Maar
in elk geval voor niemand meer boven de 100% als de plannen voor 2020 doorgaan.
Toeslagen en kindregelingen
Behalve inkomstenbelasting en heffingskortingen, is het netto
besteedbaar inkomen van bijna 10 miljoen Nederlanders ook afhankelijk van
toeslagen.
Ook daarin verandert het een en ander in 2020:
- De huurtoeslag kent straks geen ‘harde’ bovengrens meer, waardoor iemand die € 1 te veel verdient, direct zijn hele huurtoeslag verliest. De huurtoeslag wordt geleidelijk afgebouwd boven een bepaald inkomen
- De zorgtoeslag neemt licht toe, met maximaal € 37 per jaar
- Het kindgebonden budget (KGB) neemt voor veel gezinnen toe. De inkomensgrens voor paren met kinderen, waarboven het KGB wordt afgebouwd, gaat omhoog van € 21.000 naar € 37.750. Bovendien komen in 2020 méér gezinnen in aanmerking voor het kindgebonden budget, omdat de maximale inkomensgrens verhoogd wordt
Belasting in box 3
In 2020 blijft het huidige systeem nog in stand, ondanks het feit
dat de Hoge Raad heeft aangegeven dat deze wijze van belastingheffing onterecht
is. Voor 2020 zijn de volgende forfaitaire rendementen gepubliceerd van
de twee rendementsklassen:
- Rendement op sparen: 0,06% (2019: 0,13%)
- Rendement op beleggen: 5,33% (2019: 5,60%)
Ook worden de vrijstelling verhoogd tot € 30.846 per belastingplichtige (2019: € 30.360) en worden de tariefschijven geïndexeerd.
Terug