De kunst van goed verzekeren
31-05-2008Omdat alle kunst kwetsbaar is, lijkt het belangrijk de financiële risico’s goed af te schermen. Toch gebeurt dit lang niet altijd.Wij spraken met Jeroen Opstelten van de Britse Hiscox Group over bescherming van het kostbare kunstbezit. Hiscox heeft als leidende kunstverzekeraar van Europa grote ervaring op dit vlak.Bezitters van kunstverzamelingen kunnen in twee categorieën worden ingedeeld: de eerste categorie heeft de kunstcollectie door de jaren heen bij elkaar verzameld en de tweede categorie is via een erfenis in het bezit gekomen van een collectie. Wat beide groepen gemeen hebben, is de vaak sterke emotionele band met hun objecten. Bij het optreden van schade kan het eventuele emotionele verlies niet altijd worden gecompenseerd, te denken valt aan schades waarbij het object geheel vernietigd wordt zoals bij een totale brand. Financieel is er wel goede bescherming mogelijk. Hiervoor is echter vaak weinig aandacht. Veel kunstverzamelaars zijn onvoldoende verzekerd tegen schade. Zij gaan er vanuit dat de inboedelverzekering die ze hebben afgesloten voldoende dekking geeft voor schade aan hun kostbare bezittingen. Dit blijkt in de praktijk echter vaak niet voldoende. Een goede kunstverzekering is zeker geen overbodige luxe. In gesprekken met cliënten komen wij niet zelden tot de conclusie dat een aanpassing van het verzekeringspakket zeer wenselijk is.
Beperkingen van de inboedelverzekering
Opstelten, manager Art & Private Clients van de Nederlandse vestiging van Hiscox, licht de beperkingen van een inboedelverzekering toe: “Wat houders van een gewone inboedelpolis vaak niet weten is dat de polis beperkingen stelt ten aanzien van bijzondere (kunst)objecten. Dit kunnen beperkingen zijn in de vorm van limieten aan het te verzekeren bedrag of aan de omvang van de dekking.” Een voorbeeld maakt direct duidelijk waar het gevaar in schuilt. “De grondslag van een inboedelverzekering is de nieuwwaarde. Je moet dan niet vreemd opkijken dat er problemen ontstaan bij schade aan kunstvoorwerpen. Letterlijk gezien kan de nieuwwaarde namelijk worden uitgelegd als de kosten voor het doek, de olieverf, de kwasten en een aantal arbeidsuren. En dat terwijl de polishouder dacht goed verzekerd te zijn voor zijn waardevolle bezit”, aldus Opstelten. Maar er liggen meer gevaren en teleurstellingen op de loer. Niet alleen de uiteindelijke vergoeding kan lager liggen, ook de hoogte van de dekking kan tekort schieten. Opstelten, “Het meest verontrustend is de kunstbezitter die een inboedelverzekering heeft afgesloten zonder nadere specificatie van de kunst. We komen dan situaties tegen dat de waarde van één individueel kunstobject al hoger is dan het gehele verzekerde bedrag van de inboedel. De gevolgen bij een schade laten zich dan raden.” Voorgaande maakt duidelijk dat de inboedelverzekering beperkingen heeft, die door de kunstbezitters niet altijd worden onderkend. “Dit is dan ook een belangrijk aandachtspunt in de gesprekken die wij met hen voeren. Heb oog voor de emotionele én financiële waarde van de kunstobjecten. Laat dat meewegen in de keuze voor de juiste invulling van de verzekering.”
Terug