Einde VAR verklaring
01-03-2016De Verklaring arbeidsrelatie (VAR) verdwijnt en wordt nu vervangen door voorbeeldovereenkomsten. In eerste instantie was dit gepland per 1 januari 2016, maar is verder uitgesteld tot 1 mei 2016. De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel DBA (Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties) inmiddels aangenomen.
Wat is de stand van zaken op dit moment?
Het was de bedoeling dat opdrachtgevers en opdrachtnemers vanaf 1 januari 2016 zouden gaan werken met door de Belastingdienst beoordeelde en goedgekeurde modelovereenkomsten. De VAR zou dan worden afgeschaft per 1 januari 2016. Omdat er nog te veel onduidelijkheden waren, is de invoering van de voorbeeldovereenkomsten uitgesteld tot 1 mei 2016. Daarnaast is een implementatietermijn voorgesteld tot 1 mei 2017. Dit betekent dat opdrachtgevers en opdrachtnemers tot 1 mei 2017 de tijd krijgen om hun werkwijze aan te passen aan de werkwijze zoals die is opgenomen in een voorbeeldovereenkomst, tenzij sprake is van kwade trouw.
Het is niet nodig om een nieuwe VAR aan te vragen voor 2016 als uw omstandigheden niet wijzigen ten opzichte van uw huidige VAR. Verandert uw werk of de omstandigheden waaronder u werkt, dan moet u echter wel een nieuwe VAR aanvragen.
Voorbeeldovereenkomsten
Zodra de VAR definitief is afgeschaft, kunt u alleen nog vrijwaring krijgen dat u geen loonheffingen hoeft in te houden en te betalen als u werkt volgens door de Belastingdienst beoordeelde en goedgekeurde modelovereenkomsten. U kunt bovendien uw eigen overeenkomst aan de Belastingdienst voorleggen ter goedkeuring. Het is overigens niet verplicht om volgens zo'n overeenkomst te werken, maar u krijgt dan niet de gewenste vrijwaring. In feite heeft u dus zelf de keuze of u werkt met een modelovereenkomst of een eigen overeenkomst.
Keuze modelovereenkomst
Het voordeel van werken met een modelovereenkomst is dat u zeker weet dat u geen loonheffingen hoeft in te houden en te betalen. Er moet echter dan wel precies volgens de modelovereenkomst gewerkt worden. Omdat geen situatie hetzelfde is, heeft de Belastingdienst gelukkig een versoepeling aangebracht. In de algemene modelovereenkomsten en de modelovereenkomsten voor branches en beroepsgroepen zijn de artikelen gemarkeerd die u echt niet mag veranderen. Deze bevatten namelijk de voorwaarden om te bepalen of sprake is van een dienstbetrekking. De niet-gemarkeerde artikelen mag u desgewenst aanpassen of aanvullen, mits dit niet in strijd is met de gemarkeerde artikelen.
Keuze eigen overeenkomst
Werkt u liever met een eigen overeenkomst, dan moet u zelf bepalen of er geen dienstbetrekking in het spel is. Is dit namelijk het geval, dan moet u loonheffingen inhouden en betalen. Het is niet altijd eenvoudig om te bepalen of er wel of geen dienstbetrekking is. Daarom heeft de Belastingdienst een overzicht gepubliceerd van voorbeeldbepalingen die bijdragen aan het oordeel 'wel of geen dienstbetrekking'.
Zo is de aanwezigheid van een gezagsverhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer bijvoorbeeld een van de kenmerken van een dienstbetrekking. Staat dan ook in de overeenkomst dat de opdrachtnemer alle aanwijzingen en instructies moet opvolgen van de opdrachtgever, dan zou dit kunnen duiden op een dienstbetrekking. Staat er daarentegen dat de opdrachtnemer zelf bepaalt hoe hij het werk vormgeeft, dan draagt dit bij aan het oordeel 'geen dienstbetrekking'.
Gewenningsperiode
Om u te laten wennen aan het werken met modelovereenkomsten, krijgt u tot 1 mei 2017 de tijd om uw werkwijze aan te passen aan de werkwijze zoals opgenomen in de overeenkomst. Tot die datum hebben beide partijen (opdrachtgever en opdrachtnemer) een inspanningsverplichting. Zij moeten zich inspannen om de arbeidsrelatie zo vorm te geven dat er buiten dienstbetrekking wordt gewerkt. De Belastingdienst houdt gedurende deze implementatiefase toezicht, hanteert een terughoudend handhavingsbeleid en biedt een helpende hand bij de implementatie.
Terug