Prinsjesdag!
01-10-2020Prinsjesdag! U heeft vast al een hoop nieuwsgeving voorbij zien komen, maar wat is nou echt relevant? Prinsjesdag zag er dit jaar anders uit. Geen koets, geen massaal driemaal hoera voor de Koning en geen balkonscene. Wel was er de traditionele speech van de Koning waarin het kabinet Rutte III de begroting en plannen voor 2021 bekendmaakte. Nederland is sterk, veerkrachtig en de buffers die we hebben opgebouwd zorgen ervoor dat we klappen kunnen opvangen. Voor u hebben wij een selectie gemaakt van onderwerpen die wij graag onder uw aandacht brengen.
Zorgverzekering
Het kabinet verwacht dat de zorgpremie in 2021 met enkele euro’s per maand stijgt. Uiterlijk 12 november maken de zorgverzekeraars de definitieve zorgpremies bekend. Het verplicht eigen risico blijft gelijk op €385. Dit betekent dat voor zorg uit het basispakket u de eerste €385 zelf betaalt.
Pensioen
In 2021 blijft de AOW-leeftijd 66 jaar en 4 maanden. Vanaf 2022 stijgt de AOW-leeftijd jaarlijks, tot aan 67 jaar in 2024. Daarna zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting, maar in mindere mate.
Onroerend goed
Onroerend goed en de eigen woning zijn zo'n beetje vaste thema's in de belastingplannen. Dit jaar is geen uitzondering. De versnelde verlaging van de hypotheekrenteaftrek gaat gestaag door en de wijzigingen in de overdrachtsbelasting zullen naar verwachting veel impact hebben. Starters (tot 35 jaar) worden namelijk volledig vrijgesteld en de koop door beleggers wordt juist meer belast.
De hoogtepunten van Prinsjesdag 2020
Sinds 2014 wordt het fiscale voordeel van de hypotheekrenteaftrek geleidelijk verlaagd, voor zover de rente wordt afgetrokken tegen het hoogste inkomstenbelastingtarief in box 1. In 2020 kan de hypotheekrente nog tegen 46% worden afgetrokken. In 2021 is het maximale aftrektarief 43% en in 2022 40%. In 2023 zal nog één keer een verlaging worden doorgevoerd, waardoor de hypotheekrente definitief aftrekbaar wordt tegen maximaal 37,07%. Dit percentage komt overeen met het tarief van de eerste schijf.
De aanschaf van woningen door niet-natuurlijke personen (zoals bv’s, woningcorporaties, etc.) is vanaf 1 januari 2021 altijd belast met 8% overdrachtsbelasting. Wilt u gaan beleggen in onroerend goed en wilt u nog gebruikmaken van het lagere overdrachtsbelastingtarief? Dan moet het onroerend goed uiterlijk 31 december 2020 aan u zijn overgedragen én geleverd!
Starters die een huis kopen, hoeven vanaf 1 januari 2021 geen overdrachtsbelasting meer te betalen, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- de koper is meerderjarig en jonger dan 35 jaar,
- de koper gaat zelf in de gekochte woning wonen en deze woning wordt het hoofdverblijf, en de vrijstelling is niet eerder gebruikt.
De koper moet schriftelijk verklaren dat aan die voorwaarden is voldaan. De notaris heeft deze verklaring nodig voor de aangifte overdrachtsbelasting.
Vervoer en verduurzaming
Het kabinet wil verduurzamen stimuleren en stelt verschillende veranderingen in de milieuwetgeving voor. Dat heeft gevolgen voor bijvoorbeeld de bijtelling van de elektrische auto en de energiebelasting. Via de opslag duurzame energie- en klimaattransitie (ODE) betalen zowel huishoudens als bedrijven via hun energierekening mee aan investeringen in duurzame energie. De ODE vormt de bron voor de uitgaven van de Stimulering Duurzame Energietransitie. De ODE-tarieven worden in 2021 en 2022 verhoogd. Om de aanschaf van emissieloze voertuigen te (blijven) stimuleren, wordt het nultarief voor de Motorrijtuigenbelasting en de BPM voor emissieloze voertuigen verlengd tot 1 januari 2025. Ook wordt het halftarief in de motorrijtuigenbelasting voor zuinige auto’s (maximaal 50 gram CO2 per kilometer) verlengd tot 1 januari 2025. Vanaf 1 januari 2025 geldt voor emissieloze auto’s een BPM-tarief van 360 euro (het minimale tarief). De motorrijtuigenbelasting voor zuinige auto’s en voor emissieloze auto’s wordt vanaf 1 januari 2025 verhoogd naar respectievelijk 75 procent en 25 procent van het reguliere tarief van de motorrijtuigenbelasting.
Vastleggen Corona Steunmaatregelen
Het jaar 2020 zal bekend staan om het coronavirus. In het Belastingplan wordt een groot aantal reeds aangekondigde corona steunmaatregelen in de wet vastgelegd. Ondernemers in bepaalde branches die schade hebben geleden door de coronamaatregelen, konden tot en met 15 juni 2020 aanspraak maken op de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS of €4.000-regeling). Deze regeling is opgevolgd door de Regeling Subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 (TVL). De vergoedingen die op basis van deze regelingen worden ontvangen, behoren in beginsel tot de winst. Dit is niet wenselijk. Daarom is in een eerder besluit geregeld dat deze vergoedingen niet tot de winst worden gerekend. Dit wordt nu ook vastgelegd in een wetsvoorstel. Vanwege de coronacrisis werd de vrije ruimte van de werkkostenregeling verhoogd naar 3% over de eerste €400.000 van de fiscale loonsom. Deze verhoging is nu in een wetsvoorstel vastgelegd en is alléén in 2020 van kracht. In 2021 gaat deze weer terug naar 1,7%.
Verwacht u dat u met uw bv over 2020 verlies draait? En draaide u met uw bv over 2019 winst? Dan is het mogelijk om in de aangifte vennootschapsbelasting 2019 een fiscale reserve op te nemen. U kunt uw te verwachten verlies over 2020 dan al verrekenen met uw winst over 2019, waardoor u minder belasting betaalt. Voorwaarde is wel dat het verlies over 2020 verband houdt met de gevolgen van de coronacrisis. Bijvoorbeeld omdat u uw onderneming moest sluiten, terwijl de vaste lasten wel doorliepen. De fiscale coronareserve is maximaal de winst over 2019 zonder rekening te houden met deze reserve. De coronareserve valt verplicht in 2020 vrij. De maatregel wordt nu opgenomen in een wetsvoorstel en was eerder onderdeel van een beleidsbesluit.
Vermogen
Vanaf 2021 betalen bijna een miljoen mensen geen belasting meer in box 3. U betaalt namelijk pas belasting als u meer dan €50.000 spaar- en/of beleggingsgeld hebt. De manier van het berekenen van de vermogensrendementsheffing blijft in 2021 hetzelfde, maar de schijven en de fictieve rendementen worden aangepast. Verder gaat het tarief van de box-3 belasting met 1% omhoog.
Terug