Prinsjesdag 2015
01-10-2015Beter dan verwacht maar niet goed genoeg
De algemene toon is gematigd optimistisch: de economische situatie
van Nederland is aanmerkelijk beter dan vorige jaren,
maar er zijn veel risico’s die het aantrekken van die economie weer kunnen
schaden. De economie van Nederland groeit dit jaar naar verwachting met
2%. Twee jaar geleden was er nog sprake van een krimp van 0,5%. Deze groei
is echter sterk afhankelijk van externe factoren. Gaat de nationale bank
van de Verenigde Staten de rente verhogen? Blijft de groei van de Chinese
economie haperen? En hoe ontwikkelt de olieprijs zich? De Nederlandse overheid
heeft geen invloed op dergelijke factoren, terwijl de invloed op onze economie,
als handels- en gasproducerende natie, erg groot is.
Om de economie verder aan te wakkeren, worden de kosten op arbeid voor de lage inkomens, verlaagd. Dit is nodig, omdat de werkloosheid nog te hoog ligt volgens het kabinet. De werkloosheid daalt dit jaar van 7,4% tot 6,9% en volgend jaar naar verwachting tot 6,7%. Er is bovendien ruimte om de koopkracht van vrijwel alle werkenden te verhogen. Gemiddeld stijgt de koopkracht over 2015 met 0,7% en in 2016 met 1,4%. Daarvoor wordt € 5 miljard uitgetrokken. Door een stijgende koopkracht hoopt de overheid het vertrouwen in de economie te versterken, waardoor mensen meer geld durven uit te geven. Voor vroeg-gepensioneerden of gepensioneerden met een pensioeninkomen van € 25.000 geldt dat er een forse koopkrachtdaling plaatsvindt in 2016. Voor alleenstaanden of alleenverdieners met een relatief hoog inkomen, geldt dat de koopkracht nagenoeg hetzelfde blijft.
Inkomstenbelasting vanaf 2016
De ambitie van het kabinet was om het belastingstelsel ingrijpend
te veranderen. Het is niet gelukt hier invulling aan te geven. Er zijn
wel diverse relevante belastingwijzigingen voorgesteld.
De verschillen in koopkrachtontwikkeling worden onder meer veroorzaakt
door deze wijzigingen in de inkomstenbelasting en toeslagen. De kinderopvangtoeslag
wordt structureel verhoogd, en dat geldt ook voor het kindgebonden budget.
Hierdoor kan iedereen met jonge kinderen een relatief sterke positieve
koopkrachtontwikkeling tegemoet zien. Het belastingtarief in de eerste
schijf gaat omhoog. Deze verhoging is kleiner dan in 2013 was
aangekondigd. Het tarief stijgt van 36,5% naar 36,55% inclusief de premies
volksverzekeringen (voor AOW-gerechtigden is de stijging van 18,6% naar
18,65%). Het tarief in de tweede en derde schijf gaat met 1,85% omlaag
van 42% naar 40,15%. Het verschil tussen de tweede en derde schijf is dat
over inkomen in de tweede schijf wel premies volksverzekeringen worden
ingehouden en over inkomen in de derde schijf niet meer. Het tarief van
40,15% is het totaal aan heffingen dat wordt ingehouden. Het tarief
in de vierde schijf blijft 52%, maar omdat de derde tariefschijf
wordt verlengd met een indexatie plus € 8.548 vallen minder inkomens in
dit hoogste tarief. In 2015 wordt dit tarief bereikt bij een inkomen boven
de € 57.585 en in 2016 wordt die grens € 66.421.
Inkomstenbelasting vanaf 2017
Het kabinet presenteert ook al plannen met de inkomstenbelasting
over 2017. De meest in het oog springende verandering is die in de vermogensrendementsheffing.
De vermogensvrijstelling gaat omhoog naar € 25.000 per persoon (nu € 21.330).
Boven dit bedrag vindt een ingewikkelde berekening plaats van het te belasten
rendement. De grondslag van vermogen wordt verdeeld in drie verschillende
vermogensschijven. Elke schijf heeft een eigen fictief rendement.
Sociale zekerheid
In de op 1 juli 2015 ingegane Wet
Werk en Zekerheidis door de Eerste Kamer al ingestemd met
een op termijn korter durende maximale WW-uitkering. Het kabinet verwacht
een afname van de WW-uitgaven door een groei in de werkgelegenheid, naast
deze eerder genoemde strengere wetgeving. De WW-eisen zijn in 2015 strikter
geworden: al na 6 maanden wordt elke vorm van werk gezien als passend.
Ondanks de verwachte stijging van de werkgelegenheid, stijgt het aantal
bijstandsgerechtigden. Dat komt met name door invoering van de Participatiewet
sinds 1 januari 2015. Hierdoor vallen veel mensen die eerder onder de Wajong
vielen, nu in de bijstand.
Voor zelfstandigen en pensioengerechtigden gaat de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet omhoog, wat een negatief effect heeft op hun koopkracht. Ook de zorgpremie zal dit jaar enigszins toenemen, net als de eigen bijdrage. Deze wijziging geldt voor iedereen. Er wordt extra budget vrijgemaakt voor het verbeteren van de kwaliteit van verpleeghuizen. Bovendien wordt een voorgenomen bezuiniging binnen de Wet Langdurige Zorg geschrapt.
Het kabinet heeft deze Prinsjesdag geen verdere ingrijpende wijzigingen voorgesteld op het gebied van de sociale zekerheid. Enkele wijzigingen (zoals stapsgewijze verkorting van de WW-duur), waren al in 2014 bekend gemaakt.
Ruimere regeling voor belastingvrij schenken
De vrijstelling voor de schenkbelasting gaat omhoog. Ouders die
hun kinderen geld willen schenken voor de aankoop van hun huis, kunnen
vanaf 2017 belastingvrij doen tot een bedrag van €100.000. De begunstigde
mag niet ouder zijn dan 40 jaar. De regeling was eerder al een keer ingevoerd
om de woningmarkt te stimuleren.