Shoppen door nabestaande wet weer mogelijk

.....om te gaan shoppen met kapitaal dat bij overlijden van de pensioengerechtigde tot uitkering komt. In de Tweede Kamer zijn vragen gesteld naar aanleiding van een artikel in Pensioen & Praktijk waarin deze problematiek aan de orde werd gesteld. Hoe zit de vork in de steel? Bij bepaalde pensioenovereenkomsten (kapitaalovereenkomsten, en  premieovereenkomsten die voorzien in de uitkering van een aan te wenden kapitaal op de pensioendatum) bestaat op grond van de Pensioenwet voor de deelnemer of gewezen deelnemer de mogelijkheid om de betreffende uitkering op pensioendatum in te kopen bij een andere pensioenuitvoerder dan de pensioenuitvoerder waar het kapitaal is opgebouwd. Wanneer goed gekeken wordt naar de betreffende Pensioenwetartikelen (artikel 80 en 81) komt deze mogelijkheid tot shoppen alleen toe aan de deelnemer en de gewezen deelnemer, en dus niet aan de achterblijvende partner.

Dit in tegenstelling tot de PSW waar voor de omschrijving van de groep personen die kon shoppen de term ‘rechthebbende’ werd gebruikt. Daaronder viel dus ook de achterblijvende partner. De minister concludeert dat onbedoeld, met de invoering van de Pensioenwet, de mogelijkheid voor de achterblijvende partner is komen te vervallen, om - in geval van een pensioenovereenkomst als hier bedoeld - te shoppen. In het antwoord aan de Tweede Kamer heeft de minister zich nu bereid verklaard om de Pensioenwet op dit punt aan te passen. Hij zal deze aanpassing meenemen in een verzamelwet die dit najaar aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden.