Verlaging overdrachtsbelasting
30-08-2011Daarbij is de datum waarop de overdrachtsakte is ondertekend bepalend. De regeling loopt tot 1 juli 2012.
Wat valt onder de verlaging?
Het moet gaan om een woning; een onroerende zaak die naar zijn aard bestemd is voor bewoning door particulieren. Daaronder kunnen vallen de hoofdwoning, tweede woning, (tijdelijk) leegstaande woning, verhuurde woning; het maakt geen verschil of de verkrijger de woning zelf bewoont of dat hij de woning verhuurt aan een particulier.
Ook een gesplitst woon-werk pand valt onder de regeling, maar dan geldt de verlaging slechts voor het particuliere gedeelte. Hierop geldt als uitzondering dat als een percentage van 90% of meer van de oppervlakte van het pand voor particulier gebruik bestemd is, de gehele verkrijging onder het tarief van 2% valt.
Tot de woning behoren ook eventuele aanhorigheden (o.a. tuin, garage, serre). Let er hierbij op dat voor de overdrachtsbelasting op dit punt een zwaarder criterium geldt dan voor de inkomstenbelasting. Een garage moet voor de overdrachtsbelasting onderdeel uitmaken van hetzelfde perceel (of onderdeel uitmaken van hetzelfde gebouwencomplex), voor de inkomstenbelasting is dit geen directe voorwaarde.
En wat niet?
Keerzijde van dit criterium is dat een aantal verkrijgingen niet onder de verlaging valt, zoals:
• Bedrijfsgebouwen en -ruimtes
• Afzonderlijke garageboxen
• Hotels en pensions
• Asielzoekerscentra
• Onroerende zaak bestemd voor gebruik als verpleeg- of verzorgingsinstelling, of ziekenhuis
• Grond bestemd voor woningbouw
Teruggaaf bij transport vóór 1 juli
Voor woningtransporten die met terugwerkende kracht onder het verlaagde tarief vallen (tussen 15 juni en 1 juli jl.) is nog met 6% gerekend, en zal 4% door de Belastingdienst worden terugbetaald.
Dit kan gevolgen hebben voor de financiering; voor het bedrag van de teruggaaf (4%) is niet langer sprake van verwervingskosten (het zogenaamde finaal verband vereiste). De rente over het bedrag van de verlaging is slechts aftrekbaar over de periode tot 1 juli. Op die datum is namelijk een vordering ontstaan op de overheid, die aan de lening voor dat bedrag het box 1 karakter wegneemt.
Voor wie vervolgens besluit de teruggave te gebruiken voor een verbouwing of verbetering, blijft de volledige lening alsnog in box 1 vallen.
Woningfinanciering
De nieuwe Gedragscode Hypothecaire Financieringen die per 1 augustus 2011 ingaat, bepaalt onder meer dat de maximaal toegestane hypothecaire geldlening niet meer dan 104% van de marktwaarde van de woning mag bedragen, vermeerderd met eventueel verschuldigde overdrachtsbelasting. In de Gedragscode is het percentage overdrachtsbelasting niet genoemd. Bij de berekening van de maximale lening in relatie tot de marktwaarde van de woning zal vanaf 1 augustus a.s. met het nieuwe tarief rekening gehouden moeten worden.
Nationale Hypotheek Garantie (NHG)
Bij een hypotheek met NHG voor bestaande woningen mocht rekening gehouden worden met 12% aan bijkomende kosten, waaronder 6% overdrachtsbelasting. De NHG heeft inmiddels aangegeven het percentage voor bijkomende kosten terug te brengen tot 8%. Als er reeds een offerte is uitgebracht, maar de lening is nog niet gepasseerd, dan dient de lening te worden aangepast naar maximaal 8% bijkomende kosten. De verlaging van de overdrachtsbelasting heeft overigens geen gevolgen voor de NHG-kostengrens van € 350.000,-. Deze blijft ongewijzigd.
Wetswijziging
De verlaging is nu gerealiseerd in de vorm van een goedkeurend besluit, vooruitlopend op een wetswijziging. Het voorstel hiertoe zal onderdeel uitmaken van het Belastingplan 2012. Bij aanname van het wetsvoorstel treedt dit in de plaats van de goedkeuring. Het blijft echter een verlaging met een tijdelijk karakter, De verlaging geldt voor verkrijgingen tot en met 30 juni 2012.
Afschaffing spaarloon
De verlaging kost, volgens het persbericht, de schatkist 1,2 miljard. Die gaat via diverse maatregelen terugverdiend worden. De belangrijkste verwachte gevolgen liggen op het gebied van de spaarloonregeling en de invoer van een bankbelasting.
Vooruitlopend op de invoering van de Vitaliteitsregeling (planning 2013) vervalt met ingang van 2012 de mogelijkheid om gelden in te leggen in een spaarloonregeling. De spaarloonregeling zal na vier jaar (dus per 1 januari 2016) volledig worden opgeheven. Dat betekent dat eigenlijk de laatste vier jaar alleen nog de vrijstelling in box 3 bestaat. Het huidige geblokkeerde vermogen wordt volgens de bestaande systematiek van jaar tot jaar vrijgegeven.
Met de invoering van het Vitaliteitspakket zal naast de spaarloonregeling ook de levensloopregeling in zijn huidige vorm komen te vervallen. De precieze invulling wordt rond Prinsjesdag verwacht.
(bron: ASR Verzekeringen)
Terug