Wet Werk en Zekerheid
01-09-2014Deze Wet is begin juni 2014 aangenomen door de meerderheid van de Eerste Kamer. De Wet werk en zekerheid bevat maatregelen die werknemers met een flexibele arbeidsovereenkomst meer zekerheid zouden moeten geven. De overheid voert hiervoor vanaf 1 januari 2015 een aantal maatregelen door.
Zo moet een werkgever voortaan bij tijdelijke dienstverbanden van minimaal
6 maanden, een maand voor het dienstverband afloopt schriftelijk aangeven
of er een nieuw dienstverband zal volgen. Verder is het bij arbeidsovereenkomsten
van maximaal zes maanden niet meer toegestaan om een proeftijd te hanteren.
Een belangrijke aanpassing is die van de ketenbepaling. Een werknemer met
een tijdelijk dienstverband komt door die wijziging van rechtswege sneller
in aanmerking voor een vast dienstverband.
Ook voor uitzendkrachten komen meer zekerheden. Het uitzendbeding mag in de cao maximaal verlengd worden tot 78 weken en de periode van 6 maanden voor nul-urencontracten en min-maxcontracten mag per cao alleen nog worden verlengd als het om niet-structurele werkzaamheden gaat. Tegenover de zekerheden die de werknemer met een tijdelijk contract erbij krijgt, staan maatregelen die werknemers met een vast dienstverband juist meer flexibel moeten maken.
Een belangrijke maatregel daarbij is de gewijzigde opbouw van WW-rechten. Een werknemer zal in de toekomst langer nodig hebben om WW-rechten op te bouwen en bovendien wordt de maximale WW duur verkort van 36 naar 24 maanden. Deze wijzigingen zullen vanaf 2016 in stapjes worden doorgevoerd. De nieuwe maximale duur van 24 maanden WW wordt bereikt in 2019.
(bron WFT nu)
Terug