Zwak in het verkeer
06-07-2022De Quorim adviseurs zijn dagelijks op de weg en regelmatig zien wij gevaarlijke situaties. Steeds vaker zien wij gestuntel met mobiele telefoons waardoor automoblisten van hun eigen weghelft raken of nog erger, een ongeluk veroorzaken doordat er geen of onvoldoende aandacht voor het verkeer is. De overheid heeft strenge maatregelen doorgevoerd maar de resultaten daarvan zien wij nog niet terug. Een ander voorbeeld is het agressieve gedrag van automobilisten richting (onvoorzichtige) fietsers. Ondanks het feit dat het vaak de "schuld" van de fietser is, wordt u als gemotoriseerde weggebruiker aansprakelijk gehouden. Dus ook als het de schuld van de fietser zelf is. Dit staat omschreven in artikel 185 van de Wegenverkeerswet.
Fietsers of voetgangers worden gezien als zwakkere verkeersdeelnemers. Omdat zij kwetsbaar zijn in het verkeer, kent de wet een speciale regeling bij een aanrijding met een motorvoertuig. De eigenaar van het motorvoertuig is aansprakelijk voor de schade van de fietser zonder dat zijn schuld bewezen hoeft te worden. Andersom kan de automobilist de schade die hij oploopt door een fout van een fietser of voetganger, claimen bij de fietser of voetganger (of diens aansprakelijkheidsverzekering). Dan gelden de normale wettelijke regels.
Bescherming door de wet (artikel 185 Wegenverkeerswet)
Normaal gesproken moet u na een ongeluk bewijzen dat de tegenpartij aansprakelijk is. Dit geldt niet wanneer u als fietser of voetganger wordt aangereden door een motorvoertuig (auto, motor, bromfiets, snorfiets etc.). De wet bepaalt dat de bestuurder van het motorvoertuig aansprakelijk is, tenzij hij overmacht kan bewijzen. Dit is een vorm van 'risicoaansprakelijkheid'. Daarbij hoeft men geen schuld te hebben aan het ongeluk, maar is men wel aansprakelijk. Dit lijkt onrechtvaardig, maar de fietser of voetganger loopt meer risico op zwaarder letsel vanwege de massa van het motorvoertuig.
Overmacht
Er is sprake van overmacht als de automobilist bewijst dat hem geen enkel verwijt valt te maken. En eventuele fout van de andere weggebruiker moet zó onwaarschijnlijk zijn geweest dat de automobilist daarmee geen rekening hoefde te houden. In de praktijk is overmacht moeilijk te bewijzen, en zal de eigenaar van het motorvoertuig vaak aansprakelijk zijn.
Voorbeeld van overmacht automobilist
Een voetganger wordt door iemand anders plotseling hard tegen een voorbij rijdende auto geduwd. De voetganger loopt daarbij letsel op en wil de automobilist aansprakelijk stellen. De rechter heeft geoordeeld dat, in dit specifieke, uitzonderlijke geval sprake is van overmacht en de automobilist dus niet aansprakelijk is.
Voorbeeld van géén overmacht automobilist
Een kind van 15 jaar komt vlakbij een school plotseling de weg op gefietst. Het kind wordt aangereden door een automobilist die zich aan de maximum snelheid houdt. Het kind breekt zijn been. De automobilist kon het kind zien aankomen, maar heeft zijn snelheid niet geminderd. Er is geen sprake van overmacht, omdat de automobilist een (gering) verwijt valt te maken. De verzekering van de auto zal 50% van de schade van het kind moeten betalen.
De praktijk
In de rechtspraak wordt onderscheid gemaakt tussen fietsers en voetgangers van 14 jaar en ouder, en kinderen onder de 14 jaar.
Fietser of voetganger van 14 jaar of ouder
De bestuurder van het motorvoertuig is aansprakelijk en moet de schade van de fietser of voetganger vergoeden, tenzij de bestuurder overmacht kan aantonen. Bij overmacht krijgt de fietser of voetganger geen schadevergoeding. Is er geen overmacht, dan krijgt de fietser of voetganger altijd minimaal 50% van zijn schade vergoed. Ook al is er sprake van eigen schuld van de fietser of voetganger.
In sommige gevallen krijgt de fietser of voetganger bij eigen schuld meer dan 50%. Dit is afhankelijk van onder meer de ernst van de verkeersfouten van beide partijen, de ernst van de verwondingen en het wel of niet verzekerd zijn van de schade (de zogenaamde 'billijkeidscorrectie").
De fietser of voetganger krijgt dus altijd (ook bij eigen schuld) tussen de 50% en 100% van zijn schade vergoed.
Fietser of voetganger jonger dan 14 jaar
Voor fietsers of voetgangers jonger dan 14 jaar geldt een iets andere regel. De reden is dat het verkeersinzicht van kinderen nog niet goed ontwikkeld is.Bij een aanrijding tussen een motorvoertuig en een fietser of voetganger jonger dan 14 jaar, krijgt deze altijd 100% van de schade vergoed. Dat geldt ook als de automobilist niets valt te verwijten. Dit is alleen anders als de bestuurder van het motorvoertuig kan bewijzen dat het kind de aanrijding opzettelijk heeft veroorzaakt. Dat is zéér zelden het geval.
De omgekeerde situatie
Wanneer een motorvoertuig schade heeft die is veroorzaakt door een fout van een fietser of voetganger, dan kan de eigenaar van het motorvoertuig zijn schade claimen. Dit kan hij rechtstreeks bij de fietser of voetganger doen (of bij diens AVP-verzekering). In dat geval gelden de normale wettelijke regels, met enkele uitzonderingen.
De bestuurder van het motorvoertuig moet bewijzen dat de voetganger of fietser een fout heeft gemaakt.
Om 100% van de schade vergoed te krijgen, moet de automobilist aantonen dat er voor hem sprake is van overmacht. Dit zal niet snel het geval zijn, omdat u als automobilist altijd rekening moet houden met fouten van voetgangers of fietsers.Als de bestuurder zelf óók een fout heeft gemaakt, dan moet hij (een deel van) de schade zelf betalen. Dit is afhankelijk van de ernst van de over en weer gemaakte verkeersfouten.
Rol verzekeringen
Vaak hebben fietsers of voetgangers een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP). De bestuurder van het motorvoertuig kan zijn schade dan claimen bij die verzekeraar.Als de bestuurder van het motorvoertuig (een deel van) de schade moet betalen, dan kan hij mogelijk een beroep doen op zijn eigen verzekering (zoals allrisk- en/of inzittendenverzekering).
Terug